Het begrip Blue Zones komt van Dan Buettner, die in 2004 samen met National Geographic op zoek ging naar het geheim van langlevende gemeenschappen. Door de Netflix-documentaire kreeg het idee wereldwijde bekendheid, maar achter het romantische verhaal schuilt meer marketing dan wetenschap.
Het concept is grotendeels gebaseerd op observatieonderzoek: het toont slechts verbanden (correlatie), geen oorzakelijk bewijs (causatie). Wie vervolgens dieper in het verhaal duikt, stuit al snel op tal van vraagtekens. Niet alleen blijkt de wetenschappelijke basis zwak, ook verraadt het verhaal een sterke bias en duidelijke agenda’s.
De Blue Zones
De Blue Zones bestaan uit Okinawa (Japan), Sardinië (Italië), Nicoya (Costa Rica), Ikaria (Griekenland) en Loma Linda (Californië, VS).
Hun langere levensduur zou te danken zijn aan meerdere factoren, waarvan één steeds nadrukkelijk naar voren wordt geschoven: het idee dat ze allemaal een voornamelijk plantaardig dieet volgen.
Echter, dit beeld klopt simpelweg niet. In werkelijkheid spelen dierlijke producten juist een grote rol in deze gebieden. In Sardinië bijvoorbeeld vormt schapen- en geitenzuivel, rijk aan vetzuren zoals CLA en omega-3, een essentieel onderdeel van het dagelijkse menu. Ook in Okinawa wordt traditioneel volop varkensvlees gegeten, waarbij zelfs botten en huid worden benut.
In Nicoya draait de keuken al generaties lang om bottenbouillon en regelmatige consumptie van zuivelproducten. In Ikaria eten mensen juist vaak geitenzuivel en traditionele gerechten met varkensvlees of worst.
En dan is er nog Loma Linda. Het is opvallend dat juist deze plek als Blue Zone werd bestempeld – uitgerekend een gemeenschap van Zevende-dags Adventisten die om religieuze redenen grotendeels vegetarisch eten. Helemaal toevallig is dat niet: dit sluit precies aan bij de mensen en organisaties waarmee Buettner samenwerkte.
De dubieuze oorsprong van de Blue Zones
De Zevende-dags Adventisten hebben al decennialang een uitgesproken missie: het promoten van een plantaardig dieet als religieuze en morele plicht. Ze waren zelfs nauw betrokken bij de totstandkoming van de eerste Amerikaanse voedingsrichtlijnen, die al sterk anti-vlees waren gekleurd.
Hun religieuze stichter Ellen G. White predikte dat vlees schadelijk is voor ziel én lichaam. Wanneer Buettner dus in samenwerking met deze gemeenschap zijn “ontdekking” van de Blue Zones presenteerde, is het moeilijk te spreken van een neutraal, objectief onderzoek.
Fraude en misleidende data
Nog fundamenteler is het feit dat de zogenoemde uitzonderlijke leeftijden in de Blue Zones bij nader inzien helemaal niet zo betrouwbaar zijn.
Zoals demograaf Saul Newman overtuigend aantoonde in zijn analyses (2024), zijn de pieken in extreme leeftijden grotendeels het resultaat van administratieve fouten en zelfs pensioenfraude – niet van magische diëten of unieke leefstijlen. Dit sluit ook aan bij een New York Times-reportage uit 2010, waarin bleek dat Japan honderden zogenoemde ‘honderdjarigen’ niet kon terugvinden. Veel van hen waren al jaren overleden, terwijl hun pensioen gewoon bleef doorlopen
- Sardinië (Italië) → honderden “superoudjes” bleken in werkelijkheid overleden, terwijl families hun pensioen incasseerden.
- Okinawa (Japan) → in 2010 bleek >80% van de 100+ registraties onjuist; veel mensen bestonden niet of waren al decennia dood. Het dieet was bovendien rijk aan varkensvlees, niet plant-based.
- Nicoya (Costa Rica) → 42% van de “99-jarigen” had simpelweg hun leeftijd verkeerd opgegeven. Na correcties verdween het effect.
- Ikaria (Griekenland) → 3/4 van de geregistreerde centenarians was frauduleus; statistisch scoort het eiland zelfs gemiddeld of lager dan de EU.
Het patroon is duidelijk: slechte administratie, pensioenfraude en selectieve framing. De claim dat deze regio’s uitzonderlijk langlevend zijn door een plantaardig dieet houdt geen stand.
De rol van marketing en geldstromen
Een belangrijk detail dat vaak onderbelicht blijft: Blue Zones begon niet als puur wetenschappelijk initiatief, maar als marketingconcept. In 2008 werd Blue Zones LLC opgericht, expliciet als commercieel bedrijf om het idee uit te rollen via boeken, partnerships en later hele lifestyle-programma’s die gemeenten en bedrijven konden inkopen.
In 2020 werd dit bedrijf verkocht aan Adventist Health, de zorgtak van de Zevende-dags Adventisten – dezelfde kerk die al decennialang vegetarisme en plantaardige diëten propageert. Het is moeilijk om dit nog te zien als een neutrale, objectieve benadering van voeding en gezondheid.
De Adventisten hebben bovendien een wereldwijde voedingsindustrie, met als bekendste voorbeeld de Sanitarium Health Food Company (Australië/Nieuw-Zeeland). Dit kerkbedrijf – producent van Weet-Bix en talloze sojaproducten – behaalt jaarlijks honderden miljoenen winst, volledig belastingvrij. Het is dus geen complottheorie maar een feit dat er sterke financiële prikkels bestaan om een plantaardig voedingspatroon te promoten.
Daarnaast versterkte de samenwerking met Netflix het verhaal. De docuserie Live to 100: Secrets of the Blue Zones past naadloos binnen een bredere trend: eerder lanceerde Netflix documentaires die duidelijk een plantaardige agenda uitdragen, zoals Cowspiracy, The Game Changers, What the Health en You Are What You Eat. Deze producties worden bovendien gesteund door of gelinkt aan partijen met directe belangen in de groei van de plantaardige en alternatieve eiwitindustrie.
Ook initiatieven zoals de EAT-Lancet Commission (mede gefinancierd door miljardairs en agrofood-multinationals) laten zien dat er miljarden omgaan in het promoten van een toekomstig plant-based voedingspatroon – vaak verpakt in argumenten van gezondheid en duurzaamheid, maar óók met duidelijke commerciële belangen in vleesvervangers, supplementen en farmaceutische producten.
Kortom: de Blue Zones zijn niet alleen problematisch door methodologische fouten en bias, maar ook door de geldstromen en marketingmachines erachter. Het is minder een neutrale ontdekking en meer een verkocht narratief dat precies in de kaarten speelt van industrieën die plantaardig eten winstgevend willen maken.
Wat de Blue Zones wél laten zien
Ondanks de scheuren in het verhaal blijft één punt waardevol: deze gemeenschappen leven dichter bij de natuur. Niet door bonen of linzen, maar doordat hun levensstijl nog elementen bevat die evolutionair logisch zijn.
Dagelijks buiten zijn, natuurlijk bewegen in plaats van intensief sporten, sterke sociale banden en een rustig leefritme – dát zijn de factoren die bijdragen aan gezondheid en een hogere levensverwachting.
De mythe draait om administratie en marketing, maar de echte les is simpel: leef natuurlijker.