De afgelopen jaren is “eiwit” uitgegroeid van een niche in de fitnesswereld tot hét buzzword in de supermarkt. Waar proteïnepoeders en shakes vroeger vooral hoorden bij bodybuilders en sportscholen, struikel je er nu over in de schappen van de supermarkt: high protein chips, repen, ijs, en zelfs “proteïne-kaas”.
Het onderwerp haalde zelfs de talkshow van Eva Jinek, waar internist Marcel Levi stelde dat volwassenen genoeg hebben aan 60–80 gram eiwit per dag en alles daarboven “flauwekul” is. Tegelijkertijd wezen sporters en deskundigen erop dat atleten of intensieve sporters aanzienlijk meer nodig hebben: tot wel 1,6–2 gram per kilo lichaamsgewicht per dag.
Het voor de hand liggende probleem
Veel van die producten vallen onder de categorie ultra-bewerkt voedsel. Denk aan candybars die ineens als “gezonde proteïne-reep” verkocht worden.
- Lange ingrediëntenlijsten met kunstmatige zoetstoffen en vezels (die bij overconsumptie maag- en darmklachten geven).
- Het label focust op macro’s (eiwitten, koolhydraten, vetten), maar negeert micronutriënten (vitamines, mineralen) die juist in onbewerkte voeding zitten.
- Vaak betaal je fors meer voor dezelfde basis. Een “protein Snickers” kost bijna het dubbele van de normale versie, terwijl je voor hetzelfde geld een bak kwark met fruit kunt halen — mét natuurlijke voedingsstoffen erbij.
Isolaten en poeders: voeding uit z’n context
Zelfs als een product ‘clean’ lijkt — zonder kunstmatige zoetstoffen of ellenlange ingrediëntenlijst — blijft er een fundamenteel probleem: het eiwit zelf is geïsoleerd. Het is verhit, gefilterd en losgetrokken uit zijn natuurlijke context.
Het bekendste voorbeeld is wei: het vloeibare restproduct dat overblijft bij het maken van kaas.
Waar de wrongel verandert in kaas, blijft de wei over — ooit gezien als afvalstroom. Tegenwoordig wordt die wei verhit, gefilterd en via technieken als spray drying gedroogd tot een fijn poeder.
Dat poeder vormt de basis voor talloze proteïnepoeders, repen en zelfs “fit foods” als proteïne-kaas. Het klinkt efficiënt: uit melk haal je een geconcentreerde dosis eiwit die je makkelijk overal aan kunt toevoegen.
Maar wat gebeurt er in dat proces?
- Enzymen en vitamines verdwijnen. Door verhitting en filtratie gaan veel actieve stoffen verloren die juist in rauwe melk en wei aanwezig zijn. Wat overblijft is vooral een geïsoleerd eiwitstructuur.
- Het lichaam mist de context. In natuurlijke voeding werken eiwitten samen met vetten, koolhydraten, mineralen en enzymen. Die synergie maakt dat ons lichaam de voedingsstof begrijpt, verteert en benut. Een geïsoleerd fragment zonder die context is minder efficiënt, zelfs belastend.
Het kan nog erger
Naast wei wordt vaak ook een vegan alternatief gebruikt: soy protein isolate.
Het proces? Sojabonen worden ontvet met oplosmiddelen zoals hexaan — een bijproduct van aardolie. Daarna volgen meerdere stappen van wassen, neutraliseren met zuren en logen, filtreren en drogen. Wat overblijft is een wit poeder dat rond de 90% eiwit zou bevatten — tenminste op papier. Maar zonder rekening te houden met de biologische beschikbaarheid: hoeveel daarvan je lichaam daadwerkelijk kan opnemen en benutten.
Daarbovenop bevat soja fyto-oestrogenen — plantaardige hormoon-imitaties die in geconcentreerde vorm je hormonale balans verstoren. Toch wordt dit massaal door repen, shakes en “fit food” gemengd, alleen maar om een hoger getal op het label te krijgen.
Het toppunt van ironie: proteïne-kaas
Bij het maken van kaas scheidt men wrongel (de kaas) van wei (het vloeibare restproduct). Die wei wordt vervolgens gedroogd en bewerkt tot poeder… om daarna weer terug in kaas gestopt te worden en als “proteïne-kaas” te worden verkocht.
Het restproduct van kaas drogen tot poeder, terug in kaas stoppen en als ‘fit’ verkopen — met een hoger prijskaartje.
Conclusie
De proteïne-hype laat zien hoe snel een voedingsstof kan veranderen van niche in de sportschool naar massamarketing in de supermarkt. Ja, sporters hebben meer eiwit nodig. En ja, eiwitten spelen een belangrijke rol in spierherstel en verzadiging.
Maar dat betekent niet dat we blind moeten vertrouwen op “high protein”-labels. Eiwit heeft pas écht waarde wanneer het komt uit volwaardige voeding, voornamelijk vlees, vis, eieren, en zuivel. Daar vind je eiwitten in samenhang met vitamines, mineralen en enzymen — precies zoals je lichaam het begrijpt en benut.